Name: NPLG Aandachtsgebieden (WUR, WENR rapport 3236)
Display Field: Aandachtsgebied
Type: Feature Layer
Geometry Type: esriGeometryPolygon
Description: <DIV STYLE="text-align:Left;"><DIV><DIV><P><SPAN>Dit bestand bevat een combinatie van verschillende aandachtsgebieden voor het NPLG. De klassen zijn opgebouwd uit </SPAN></P><P><SPAN>1. Natuur (NNN op land)</SPAN></P><P><SPAN>2. Overgangsgebieden (zone van 1 km (op land) om stikstofgevoelige habitattypen uit Aerius binnen N2000-gebieden</SPAN></P><P><SPAN>3. Veengronden (type V uit de bodemkaart 2022)</SPAN></P><P><SPAN>4. Beekdalen op zand buiten NNN (anders dan in rapport WUR)</SPAN></P><P /><P STYLE="margin:0 0 42 0;"><SPAN STYLE="font-weight:bold;"><SPAN>N</SPAN></SPAN><SPAN><SPAN>: Natuur. Natuurnetwerk Nederland (NNN) en Natura 2000-gebieden. Hier wordt een extensieve vorm van landbouw gehanteerd. Het huidige intensief in gebruik zijnde grasland (niet zijnde natuurlijk grasland) en bouwland wordt omgezet in onbemest grasland</SPAN></SPAN><SPAN><SPAN>15 </SPAN></SPAN><SPAN><SPAN>en op het resterende natuurlijke grasland dat in landbouwkundig gebruik is, wordt uitgegaan van een veebezetting voor alle diersoorten van gemiddeld 1 GVE/ha (grootvee-eenheden/hectare) en geen kunstmestgebruik. </SPAN></SPAN></P><P STYLE="margin:0 0 42 0;"><SPAN><SPAN>• </SPAN></SPAN><SPAN STYLE="font-weight:bold;"><SPAN>O</SPAN></SPAN><SPAN><SPAN>: Overgangsgebieden. Een gebied van 1 km rondom stikstofgevoelige habitat- en leefgebieden binnen de Natura 2000-gebieden</SPAN></SPAN><SPAN><SPAN>16</SPAN></SPAN><SPAN><SPAN>. Het huidige bouwland wordt omgezet in onbemest grasland en op de huidige graslanden wordt een veebezetting gehanteerd voor alle diersoorten van gemiddeld 1 GVE/ha, een beweidingsduur van minimaal 3000 uur/jaar en geen kunstmestgebruik. </SPAN></SPAN></P><P STYLE="margin:0 0 42 0;"><SPAN><SPAN>• </SPAN></SPAN><SPAN STYLE="font-weight:bold;"><SPAN>V</SPAN></SPAN><SPAN><SPAN>: Veenweiden. De veenweiden zijn in deze studie afgebakend tot de veengronden (code V, Bodemkaart 1:50.000) in de zes provincies met een reductieopgave CO2-emissie uit veen. Hier wordt een veebezetting gehanteerd voor alle diersoorten van gemiddeld 1,5 GVE/ha op alle landbouwgrond, een beweidingsduur van minimaal 3000 uur/jaar en wordt het kunstmestgebruik gehalveerd ten opzichte van wat nodig is om de stikstofgebruiksnorm op te vullen. </SPAN></SPAN></P><P STYLE="margin:0 0 42 0;"><SPAN><SPAN>• </SPAN></SPAN><SPAN STYLE="font-weight:bold;"><SPAN>B</SPAN></SPAN><SPAN><SPAN>: Beekdalen. Brede zones in beekdalen waar de waterkwaliteit nog niet voldoet aan de KRW-doelen voor stikstof- en fosforconcentraties in de waterlichamen (IenW, 2022). De exacte locaties en gebieden zijn nog aan te wijzen in gebiedsprocessen, daarom zijn zoekgebieden opgenomen in Figuur 5.1. Als rekengrootheid om arealen te schatten, is een breedte van 250 m verondersteld. In deze gebieden wordt een veebezetting voor alle diersoorten van gemiddeld 1 GVE/ha gehanteerd op alle landbouwgronden en wordt het kunstmestgebruik gehalveerd ten opzichte van wat nodig is om de stikstofgebruiksnormen op te vullen. </SPAN></SPAN></P><P STYLE="margin:0 0 0 0;"><SPAN><SPAN>• </SPAN></SPAN><SPAN><SPAN>Omdat op basis van bovenstaande veebezettingen in de aandachtsgebieden nog geen sprake is van 20% afname van de veestapel, is de resterende reductie in de veestapel toegepast op de piekbelasters. In deze studie is daarvoor op de 10% van de veehouderijbedrijven met de hoogste depositiebijdrage (grootste vracht) op de Nederlandse Natura 2000-gebieden een zodanig generieke reductie toegepast, dat landelijk gemiddeld een afname van 20% veestapel plaatsvindt. De ligging van deze bedrijven staat niet in Figuur 5.1. Deze bedrijven kunnen overal in Nederland liggen, maar concentreren zich in Oost-Nederland. In Oost-Nederland liggen relatief veel veehouderijen en zijn grote oppervlakten stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden aanwezig. </SPAN></SPAN></P><P><SPAN /></P></DIV></DIV></DIV>